Paco & Anja in Azië

Road trippin' Bali


Locatie: Kuala Lumpur, Maleisie
Temperatuur: 36C ('s nachts: 25C)
Luchtvochtigheid: 89%



Maar 45 minuten vliegen vanaf de Javanese plaats Surabaya en we staan weer op een totaal ander eiland met een totaal andere cultuur; Bali. Door de Hindoeistische inslag (95%), doet Bali heel vredig aan. De kunstzinnige tempeltjes, beeldjes, de wierrookgeuren en het gepingel wat bij de ceremonies hoort (en op de repeatknop lijkt te staan). Overal liggen kleine offers die drie keer per dag zorgvuldig bij alle beelden en voor het huis (lees op de stoep) worden geplaatst. Lastig om te ontwijken, hopelijk vergeven de Hindoegoden ons... De heldergroene rijstvelden staan op springen, het is bijna oogsttijd. Gelukkig is het nog steeds rustig hier, net zoals zes jaar geleden toen we hier ook waren, zeggen we tegen elkaar.

...totdat we in het circus van Kuta staan, hier moeten we even aan wennen na de busavonturen in de oerwouden van Kalimantan. Kuta is het Benidorm van Bali, voor de Australiers om de hoek. Gevolg: blote basten (ja ook in het restaurant en de supermarkt), Bintang-shirtjes (lokaal biermerk, het lijkt wel alsof ze gratis uitgedeeld worden) en niet te vergeten de tatoeages. Om de meter wordt dezelfde vraag gesteld: ‘Yesss, you need taxi?' De Engelse pubs doen het goed en het lijkt alsof ook daar gratis bier wordt verstrekt. Deze vertoning heeft ook voordelen, meerdere malen per dag hebben we de slappe lach te pakken.

Toeren over Bali

Zo snel mogelijk regelen we een jeepje om over het eiland te toeren. Ons hotelletje in het circus begint ons op te breken, onze kamer ligt boven de receptie en de bar waardoor we tot diep in de nacht het gejoel van dronken toeristen mogen aanhoren.

We laden de Suzuki vol en rijden met een wegenkaart in de aanslag richting het artistieke plaatsje Ubud. Na wat beginnerskwalen en flink zweten rijden we eindelijk de drukke stad Denpasar uit. De kaart geeft ons geen houvast meer (andere bewoording voor verdwaald) dus we rijden op ons gevoel. Opeens doemen mooie rijstvelden en kleine wegen op. Of dit nu richting onze eindbestemming is dat maakt niet uit, dit is Bali op haar best. Smalle kronkelige straatjes door knalgroene rijstvelden. Enkele velden zijn inmiddels al geoogst waardoor ze meer op de Franse, droge maisvelden lijken. We stoppen bij een warung langs de weg en eten nasi goreng. Erg fijn om de drukte van ons af te schudden! De eigenaar vertelt tot onze verbazing dat we in de goede richting zitten (zelfs Anja's richtingsgevoel is meegereisd J), Ubud is nog maar een half uurtje rijden. En inderdaad, na wat bochten met tempeltjes en bij de grote boom links zien we de eerste boetiekjes en kunstgallerijen al opduiken.

Ubud barst van de creatieve mensen, locals en buitenlanders. Kunst in overvloed, overal hangen kleurrijke schilderijen, handgemaakte meubels en uit hout gesneden beelden. Helaas allemaal te zwaar en te groot om in de backpack te stoppen. Accommodatie is niet moeillijk te vinden, het stikt van de homestays, villas en guest houses. De een nog mooier dan de ander (uitzicht op de rijstvelden, zwembad et cetera). Ook de prijs is ernaar, we herkennen niet meer de lage tarieven van zes jaar geleden. Gelukkig vinden we na even zoeken een prima onderkomen bij Hai Cottages.

We blijven een paar dagen in Ubud en vermaken ons met het ontdekken van de smalle modderpaden door de rijstvelden en slenteren langs alle boetiekjes. Ook brengen we een bezoek aan het Monkey Forest. Een klein park in het centrum van Ubud waar inmiddels zeer tamme - maar niet ongevaarlijke - makaken rondrennen. Het blijft een mooi schouwspel: toeristen met peperdure bananen (bij de ingang aangesmeerd) die worden aangevallen door de brutale aapjes.

'How are you going to solve this problem?'

Na vier dagen cultuur opsnuiven in Ubud houden we het voor het gezien en zetten we koers naar de oostkust. Paco moet constant in opperste staat van concentratie autorijden, anders rijden we zo ergens tegenop. De wegen zijn ubersmal (eigenlijk niet geschikt voor twee auto's naast elkaar) en net zoals wij allemaal fietsen zijn de Balinesen gek op brommeren. Werkelijk overal rijden ze rond. Zonder te kijken scheuren ze de doorgaande weg op. Ook de lokale bussen zijn aanwezig, onze favoriet. Als er weer een plotseling voor onze neus opduikt probeert Paco de bus te passeren. Helaas ziet de buschauffeur op dat moment een nieuwe passagier en trapt op de rem. De jeep ‘kust' de bus aan de zijkant . Zowel de jeep als de bus zijn ingedeukt, gelukkig maar een klein deukje (met het blote oog in het donker niet te zien). ‘How are you going to solve this problem?', roept een Engelssprekende man. ‘Best solution is to pay the driver instead of calling the police'. De chauffeur wil zo snel mogelijk verder. Wij ook en betalen Rp 150.000 RP (ongeveer 15 euro).

Nog geen kilometer verderop staat ons de volgende verrassing te wachten. Een grijnzende politieagent gebaart ons te stoppen. We hebben onze veiligheidsgordels om (die eigenlijk niet werken) en de rijbewijzen bij de hand. Wat kan er mis zijn? De agent bekijkt Paco's Nederlands rijbewijs en vervolgens het Internationaal rijbewijs. Deze blijkt net een maand verlopen te zijn. Aha, denkt de agent,die een reden heeft gevonden voor deze aanhouding. ‘How are you going to solve this problem?', wordt ons wederom gevraagd. Met een onbetrouwbaar gezicht zegt ie: 'You pay only five dollar!'. Hierna kijkt hij snel of z'n collega het heeft gehoord. Paco speelt het spelletje mee en praat honderuit over hoe vaak we al in Indonesie geweest zijn en dat onze huwelijksreis nu echt verpest is. Na een half uur onderhandelen laat ie ons gaan met de woorden ‘Ok my friend, no problem now'.

Om het voorgaande angstzweet van ons af te spoelen besluiten we de afslag te nemen naar een kleine baai. Een erg mooi strandje (Pasir Putik Beach) vlakbij de drukke kustplaats Candi Dasa. Een plaats om te slapen is hier niet dus rijden we het binnenland in naar Tirta Gangga (water van de Ganges). In deze plaats, midden in de rijstvelden en iets hoger gelegen waardoor het koeler is, ligt een oud waterpaleis. De rajah van deze streek was fan van zwembaden en fonteinen en heeft daarvoor een paleis gebouwd. Op de parkeerplaats voor deze toeristisc he attractie loopt een manke parkeerwachter naar onze jeep. Hij weet wel een leuke accommodatie voor een leuke prijs. Het blijkt een paradijsje te zijn. Na even klimmen zien we vier kleine huisjes naast elkaar staan. Het uitzicht loont de hectische dag, een groen dal met wederom rijstvelden en de vulkaan Suraya op de achtergrond.

De volgende dag nemen we een kijkje bij het waterpaleis. Het is niet heel groot, maar het heeft een mooie watertuin met ontelbaar veel fonteinen. En tot ons genoegen spotten we twee enorme baden, toegangelijk voor publiek. Anja ziet er meteen een wedstrijdbad in en trekt fanatiek een aantal banen. Van de visjes en de groene aanslag op de bodem trekken we ons niets aan. De net per touringcar aangekomen Amerikaanse toeristen kijken ons vreemd aan, die rare Hollanders toch... Ze blijven angstvallig (met de Gucci-zonnebril nog op) bij het trapje staan, bang om uit te glijden.

Tirta Gangga (en ons koninklijke wedstrijdbad) bevalt ons zo goed dat we langer blijven. We maken tussen het zwemmen door een wandeling met onze parkeerwachter die ook gids blijkt te zijn (die Balinesen zijn ook van alle markten thuis). We hopen dat de manke parkeerwachter, genaamd Mankku, (geen grap) twee uur heuvel op heuvel af door de hitte redt. Hij is mager en z'n jonge jaren al voorbij. Ook houdt ie van een sigaret, net zoals al z'n andere mannelijke eilandgenoten. Mankku kent de weg goed en wij zijn inmiddels goed in het aanpassen van ons tempo. Vanaf het hoogste punt van de omliggende rijstvelden kijken we naar de Gunung Agung (de hoogste top van Bali).

Mistige vulkaanbeklimming

We rijden verder richting het oosten, de Ahmed kust. Een mooie route door kleine vissersdorpje met spectaculaire uitzichten op de ruige kust. Door de tropische buien die de afgelopen dagen zijn gevallen rijden we regelmatig door een overstroomd stuk wegdek. Onderweg lunchen we bij een afhaalwarung, we nemen plaats op de stoep. Hoe lokaler hoe lekkerder hebben wij ontdekt; rijst met groenten, tofu en satesaus van een bananenblad. Smullen!

We zetten koers naar lake en vulkaan Batur. Vlakbij het meer blokkeert een vrouw ons de weg en gebaart ons te stoppen. Ze zal onze auto zegenen met de bekende Balinese offers tegen de kwade geesten van het meer. De vrouw blijft voor onze jeep staan, we kunnen geen kant op. Voor dat we het in de gaten hebben wordt er een bloem achter onze oren geschoven en rijst op onze voorhoofd geplakt. Het dashboard en de ruitenwissers worden voorzien van offerbakjes inclusief wierrookstokjes. Een ‘vrijwillige' donatie is de tegenprestatie. Wierrokend rijden we lachend weg, tja, dit hoort gewoon bij Bali. We checken in bij guest house ‘Under the Vulcano 3'. De huisjes liggen aan het meer met de indrukwekkende vulkaan op de achtergrond. De omgeving is bezaaid met lavarotsen, de vulkaan is nog in 2000 uitgebarsten en nog steeds actief. Alles draait in dit dorp om de beklimming van deze berg (1717 meter). We regelen via een ‘gids' die ons al uren achtervolgt een trekking naar de top voor de volgende dag.

Om 3:30 uur worden we gewekt en per brommer naar de voet van de berg gebracht. We ontmoeten twee jongens uit de Duitse Alpen die ook meelopen. Binnen een uur staan we op de top. Helaas is het mistig, we kunnen nog geen meter vooruit kijken. De zonsopgang voltrekt zich achter een dikke pak wolken. Op de top is er cola en wamte thee te verkrijgen, maar voor driemaal de normale prijs. Ons ontbijt wordt in de krater bereidt, een bananenbroodje met gekookt eitje (gekookt door ontsnappend stoom uit de rotsen). Helaas kun je door de mist nog steeds niets zien. Bij de afdaling trekt het open en zien we lake Batur liggen, een sprookjesachtig gezicht.

Balinese eend

Na een koude douche besluiten we diezelfde dag weer verder te reizen, op naar de zon. Een mooie tocht door het bergachtige binnenland brengt ons in Lovina, Noord-Bali. Lovina is een populaire kustplaats dus we besluiten iets voor de drukte te verblijven. Door een brommerende Balinees worden we naar een guest house begeleid. Het blijkt prima accommodatie te zijn, huisjes in een grote tuin. Het strand ligt om de hoek.

Het is laagseizoen en elke toerist wordt letterlijk besprongen. We worden constant belaagd door taxichauffeurs en gidsen die een dolfijntripje proberen te verkopen. Ook kun je niet ongemerkt een restaurantje passeren, de proppers trekken je bijna naar binnen. Wij stappen een lokale warung binnen en worden hartelijk begroet door de eigenaar terwijl zijn vrouw rustig doorsnurkt. We zien een (levende) eend in een emmer liggen en er staat een grote pan klaar. We vragen naar de bekende weg, het arme beestje blijkt zo een warm bad te krijgen. De Balinese eend is een specialiteit die je eigenlijk niet kunt missen. Je ziet overal op het eiland eendenveldjes, zoals bij ons de koeien in de wei. We laten ons overhalen en bestellen voor die avond de Balinese eend. Er gaat veel voorbereiding aan vooraf; kruiden en vier uur koken. En niet te vergeten de ceremonies voor nog meer eendenliefhebbers.

Ondertussen nemen wij een duik in de zee. Het zwart/grijze vulkaanstrand staat vol met kleurrijke vissersbootjes. Nadat de wind van richting verandert zien we opeens van alles in het water drijven; plastic, hout, flesjes en zelfs wc-papier... Binnen de kortste tijd ligt het hele strand bezaaid met afval. Dit is een groot probleem op Bali, het afval wordt niet verzameld en klakkeloos in de natuur gedumpt. Zoals helaas in meer Aziatische landen die we bezocht hebben. Er is een open riool in Lovina, even verderop zien we dat alles zo de zee in stroomt... We schrikken hiervan.

De eend is inmiddels gesmoord en staat dampend voor onze neus. Voordat we een hap mogen nemen moet er eerst een stukje eend geofferd worden aan Brahma, Shiva en niet te vergeten Vishnu. ‘For good luck and customers', laten we ons vertellen. De vrouw des huizes zingt mantra's en observeert nauwkeurig hoe de gerechten bevallen. Eendenvlees is weer ‘es wat anders, het vlees is rood en taai. De smaak valt ons tegen. De bijgerechten zijn om te smullen (groenten in kokossaus en gekruide aardappels) en de gastvrouw smult even later van de overgebleven eendenpoten. Ook het toetje, black rice pudding, zien we even later in de mond van onze corpulente dame verdwijnen.


Terug van weggeweest

Eenmaal in het zuiden vinden we in Legian een gezellig hotelletje met zwembad. We brengen de dagen door met zwemmen in zee, boeken lezen en het observeren van de wereld van Bintang-drinkende-Australiers. Helaas zien we ook hier veel plastic troep dat aanspoelt. Bij een duik in de zee voel je de oude wasmiddelzakjes tussen je tenen doorglippen. Aan Paco's duikbrilletje blijft een plastic zakje kleven. We proberen de locals hiermee te confronteren maar ze lijken zich er niet druk over te maken. Er zijn al acties ondernomen om het strand te reinigen maar dit levert blijkbaar nog weinig resultaat op. De gescheiden afvalbakken staan er spliksplinter nieuw bij en zijn helemaal leeg, er omheen liggen bergen afval...

Met een brommer rijden we naar Ubud en brengen een bezoek aan de Nederlanders Rob en Addy. Zij zijn een half jaar geleden hier komen wonen en zijn betrokken bij een lokaal project. In hun huis midden in de rijstvelden worden we hartelijk ontvangen. Na een borrel rijden we naar de stichting, Senang Hati, een woongemeenschap voor lichamelijk gehandicapten. Het is een actieve woonomgeving waar gehandicapten onderdak krijgen, activiteiten worden georganiseerd en zelf o.a. sieraden en schilderijen maken. Die avond eten we ergens samen met onze Nederlandse gastheren in Ubud en na een gezellige avond laat weer terug naar het zuiden.

Illegale praktijken

Vandaag staan we vroeg op voor onze vlucht naar Kuala Lumpur. Bij de immigratiedienst kijkt de man achter de balie ernstig naar Anja's paspoort. Hij gebaart ons even later mee te lopen naar het kantoor. We slikken en vragen wat er aan de hand is. Er wordt driftig overlegd en gebeld zonder ons in te lichten. Er blijkt een stempel te missen in ons paspoort. Het visum is in orde maar we hebben bij binnenkomst van Indonesie geen stempel gekregen. ‘You are illegal here, big problem', zegt de immigratie-ambtenaar ernstig.

We zien de regels van overtreding voor ons liggen, drie jaar cel of drieduizend euro boete hangt boven ons hoofd. Na het terugdraaien van onze aankomst in Indonesie vertellen we uitgebreid ons verhaal. Er was geen immigratiekantoor aanwezig in Tarakan waar we per boot aan wal kwamen. Wel vreemd dat we de enige toeristen aan boord waren, denken we acheraf. Wellicht een illegale boottocht? We worden doorverwezen naar het immigratiekantoor, een paar honderd meter buiten de airport. Onze Air Asia vlucht hebben we inmiddels gemist.

Meerdere keren vertellen we ons verhaal, zoeken naar bewijsstukken, is er overleg tussen de grote bazen en verplaatsen we ons van bureau naar bureau. Nadat de juiste handtekingen en krabbels zijn verzameld ontvangen we ein-de-lijk het begeerde stempeltje! We hebben geluk met de vriendelijke Ambonees, die ons helpt en familie in Nederland blijkt te hebben. Na ruim twaalf uur verlaten we dolblij en zonder boete het kantoor. We kunnen weg! Die avond boeken we een nieuwe vlucht en proosten op de Koningin.

Huisje, boompje...

Waarschijnlijk is dit ons een-na-laatste verslag vanuit Azie. Over een kleine maand zetten we alweer voet op Nederlandse bodem en komt ons acht-maanden-lange avontuur ten einde. We moeten weer op zoek naar een baan en woning. Via onze weblog willen we dan ook iedereen vragen: ken je toevallig een stelletje die net een huis hebben gekocht en waarbij hun huurhuis vrijkomt? Of iemand in de familie die op zoek is naar nieuwe huurders? Het nichtje van de buurvrouw die net is verhuisd.
We willen graag (per 1 juni) weer in de randstad wonen met de voorkeur in Haarlem en omgeving. Maar tips over woonruimte buiten deze omgeving is ook welkom. Help ons een dak boven het hoofd!

Mail ons: pacovandeven@gmail.com, dijkvana@gmail.com

Bedankt!

Reacties

Reacties

Brendan

Wat een avonturen weer, mooi en indrukwekkend verslag om te lezen. Hou jullie nog goed voor de laaste maand, wat vliegt die tijd dan ook weer he!

Nog heel veel plezier in ieder geval

Groetjes

Brendan en Marlies

PS:Sprundel niks voor jullie ;-)

Lianne

Hi wereldreizigers,
weer bedankt voor jullie update. Echt leuk om zo op de hoogte te blijven van jullie avonturen.
Nog veel plezier jullie laatste weken in Azië.

groeten van Lianne

ps. Het bed bij mijn ouders in de woonkamer komt binnenkort vrij. Wellicht iets voor jullie? :)

Sascha

Hey hoi,

Ik heb echt van alle verhalen ontzettend genoten! Geniet nog lekker de komende laatste weken van jullie reis en spreek jullie hopelijk snel als jullie weer thuis zijn!!

Groetjes.
Sascha

Renate

Pfff, stress op het vliegveld zeg! Wat zullen jullie het benauwd gehad hebben! Gelukkig goed afgelopen! Geniet lekker de laatste weekjes en blijf voorzichtig!!

Dikke kus!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!